Anesthesie

Verdoving wordt uitgevoerd om verschillende redenen

Geen gewaarwording

Om bijvoorbeeld bepaalde onderzoeken correct te kunnen uitvoeren (sommige radiografiën, keelinspectie), om sterk gestresseerde dieren te kalmeren, om operaties te kunnen verrichten of om het gevaar bij agressieve dieren te minimaliseren.
Het type van verdoving zal verschillen naargelang het ras, de leeftijd, de gezondheidstoestand, de indicatie, de benodigde diepte van verdoving en de benodigde duur van verdoving…

Sedatie versus anesthesie

Door een sedatie wordt het bewustzijn van de dieren minder, ze worden erg rustig en leggen ze zich neer. Uw dier blijft wel bij bewustzijn, ademt zelf en heeft nog bepaalde reflexen. Om vervelende onderzoeken minder stresserend te laten verlopen, wordt een sedatie soms gecombineerd met een krachtige pijnstiller. Bij een anesthesie is het dier onder volledige verdoving. Het dier hoort, ziet of voelt helemaal niets meer. Bij inhalatie-anesthesie wordt uw dier geïntubeerd en krijgt nadien zuurstof en gas (isofluraan) toegediend.
Het risico van een anesthesie, hoe klein ook, is steeds aanwezig. Voor elke verdoving wordt uw huisdier grondig onderzocht. Om dit risico te minimaliseren beschikken we over geavanceerde apparatuur, getrainde assistenten en dierenartsen om de vitale lichaamsfuncties tijdens de verdoving te monitoren en in te grijpen waar nodig.

Inhalatie anesthesie

De hond brengen wij onder narcose met inhalatie anesthesia. Uw hond krijgt na een grondig klinisch onderzoek, een licht verdovend medicijn ingespoten waardoor hij rustiger wordt en na een tiental minuutjes zal gaan liggen. Op dat moment leggen we in de voorpoot een katheter en infuus aan. Dit is meestal het ogenblik waarop u zal doorgaan. Als al het voorbereidend werk (scheren van de operatieplaats) gedaan is, zal er een middel via de katether rechtstreeks in de ader ingespoten worden. De hond valt dan na enkele seconden in een diepe slaap. Omdat het slaapmiddel maar zeer kort werkt, wordt de hond onmiddellijk geïntubeerd en de narcose wordt verder onderhouden met gasanesthesie, namelijk met isoflurane. Dit is een zeer veilige manier omdat alle producten zeer kortwerkend zijn en de hond kan dus, indien het nodig zou zijn, op ieder moment snel terug wakker worden. Ook voor oudere honden, honden met epilepsie of windhonden is dit de meest veilige methode.
Bij katten, konijnen en knaagdieren (cavia) werken wij voor kortdurende ingrepen meestal met injectie anesthesie, hierbij krijgt het dier een inspuiting onderhuids of in de spieren. Na een kwartiertje slaapt de kat en deze anesthesie duurt net lang genoeg voor kleinere ingrepen (sterilisatie, kastratie, …). Bij grotere ingrepen gebruiken we net als bij de hond gasanesthesie.
Bij animali liggen de dieren tijdens de anesthesie aan bewakingstoestellen. Deze meten de hartslag, de ademhaling en het percentage zuurstof in het bloed. Zo kunnen we onmiddellijk ingrijpen het dier in moeilijkheden zou komen.
Na de anesthesie houden we het dier bij ons tot deze volledig wakker is en terug goed kan stappen. Dit kan soms enkele uren duren en verklaart dus ook waarom wij de meeste operaties in de voormiddag en de vroege namiddag plannen.
Voor elke anesthesie moet uw hond of kat nuchter zijn! Dit houdt in 12u niet eten en 8u niet drinken.

! Konijnen en knaagdieren moeten blijven eten tot voor de operatie. !