Dogs do speak,
but only to those who know how to listen.


Jouw dier. Jouw vriend. Jouw liefde.

shutterstock 503682346

De juiste pup voor mij.

Campbell test


Actief, rustig, dominant of onderdaning.

Om uit een stel van gezonde pups de juiste keuze te maken, kan een gedragstest uitgevoerd worden. De Campell test. Deze gedragstest werd ontwikkeld door de Amerikaanse etholoog Campbell en verschaft in grote lijnen een beeld van het karakter van de pup. De test wordt het best uitgevoerd op pups van zeven weken want dan vertonen ze nog heel veel oorspronkelijk en weinig aangeleerd gedrag. Op 7 weken hebben ze namelijk al een duidelijk eigen persoonlijkheid, maar zijn nog niet of nauwelijks beïnvloed door omgevingsfactoren. De test wordt het best door een neutrale persoon afgenomen in een rustige en afgesloten ruimte die de hond niet kent. De test omvat proeven, waarbij bepaalde karaktertrekken tot uiting komen: sociale binding met de mens, dominantie of onderwerping, volgzaamheid en gevoeligheid.

Campbell test: De test bestaat uit vijf onderdelen:
1. Sociale binding.
2. De wil om (de leider) te volgen.
3. Onderwerpingtest.
4. Sociale overheersing.
5. Zweefproef.

lokken

1. SOCIALE BINDING, AANTREKKING TOT DE MENS: LOKKEN EN KOMEN

Zet de pup voorzichtig op de grond, hurk neer op een paar meter bij hem vandaan, klap zachtjes in uw handen en kijk wat het dier doet:


A. De pup komt meteen met de staart omhoog op u af, springt tegen u aan en bijt in uw hand.
B. De pup komt meteen met de staart omhoog op u af en krabt met zijn nagels aan uw hand.
C. De pup komt meteen kwispelend op u af.
D. De pup komt aarzelend naar u toe met zijn staart omlaag.
E. De pup komt niet naderbij.

volgen

2. AANTREKKING TOT DE MENS: VOLGEN

Uit te voeren met één hond tegelijk en zonder uw stem te gebruiken. Sta op en loop langzaam door het blikveld van de pup.


A. De pup loopt u meteen achterna, met de staart omhoog en probeert in uw voeten te bijten.
B. De pup reageert als in 1) maar zonder te knauwen.
C. De pup loopt u meteen achterna, met de neutrale staart.
D. De pup volgt u aarzelend, met de staart omlaag.
E. De pup volgt u niet en loopt een andere kant uit.

rug leggen

3. TOLERANTIE VAN DOMINANT GEDRAG: OP DE RUG LEGGEN

Uit te voeren door een voor de pup onbekend iemand. Draai de pup zachtjes op de rug. Leg daarbij uw hand op zijn borst en houdt uw hand daar ca. 30 seconden.


A. De pup verweert zich heftig, verzet zich krachtig en probeert te bijten
B. De pup verweert zich en gaat daarmee door tot hij/zij vrij is.
C. De pup verweert zich een moment maar geeft zich vrij snel gewonnen en ligt
stil, probeert vervolgens uw handen te likken.
D. De pup beweegt vrijwel niet en likt uw handen
E. De pup ligt 30 seconden doodstil op zijn / haar rug

krachtig strelen

4.TOLERANTIE VAN DOMINANT GEDRAG: KRACHTIG STRELEN

Uit te voeren door een voor de pup onbekend iemand. Zet de pup voor u op de grond en probeer hem te laten liggen. Aai de pup over zijn kop en rug. Doe dit met enige druk van uw hand. Let op wat er gebeurt.


A. De pup stribbelt tegen, krabbelt, draait zich grommend om en probeert te bijten.
B. De pup stribbelt tegen en draait zich op zijn rug om te krabben.
C. De pup stribbelt eerst tegen, wordt dan kalm en likt uw hand.
D. De pup draait zich op zijn rug en likt uw hand.
E. De pup maakt zich uit de voeten.

zweeftest


5. DE ZWEEFPROEF: OPLICHTEN EN ZWEVEN

Uit te voeren door een voor de pup onbekend iemand. Til de pup omhoog met twee handen rond zijn borst en houdt het dier zo 30 seconden vast:


A. De pup verzet zich sterk, draait zich grommend om en bijt.
B. De pup verweert zich, draait zich om en probeert met zijn poten te krabben
C. De pup verweert zich eerst, wordt da
n rustig en likt uw handen.
D. De pup blijft rustig hangen en likt uw handen.
E. De pup beweegt niet en blijft doodstil hangen

shutterstock 160418357

Resultaten


2 x A en overige B: Een zeer levendige maar dominante hond.
Deze pup zal waarschijnlijk uitgroeien tot een vrij dominante hond die moeilijk te houden is in gezelschap
van andere honden met dezelfde sexe. Hij/zij zal altijd proberen de baas te zijn. Een dergelijke hond moet
door een kundig iemand worden opgevoed die daarin ervaring heeft. Consequent zijn is daarbij van groot
belang. Niet altijd lukt het om deze hond op te laten groeien als goede en stabiele hond. Zijn
zelfstandigheid en dominantie kan uiteindelijk leiden tot een grote mate van onbetrouwbaarheid. Als
eerste hondje in een gezin met (jonge) kinderen is deze hond absoluut ongeschikt.

3 x B of meer: Neiging tot dominante aanhankelijkheid.
Deze hond heeft een sterk karakter in de zin dat hij leiderschap verwacht van zijn baas. De hond wil
werken en heeft behoefte aan consequente duidelijkheid. In werken is hij of zij heel erg goed en kan heel
veel plezier brengen in een gezin of aan een baas die dat zoekt. In dit geval is er dus geen verschil tussen
reu of teef. Beide kunnen even fanatiek speuren of pakwerk doen. Deze hond wil dus één baas en de rol
in het gezin zal hem heel duidelijk gemaakt moeten worden. Maar ook de kinderen van het gezin moet
zeer duidelijk te verstaan worden gegeven wat hun rol is en wat ze wel mogen en wat niet. Kinderen
mogen nooit alleen gelaten worden met een hond en juist met een hond uit deze categorie is dat van
eminent belang. De hond zal van een mindere in de (huis-)roedel weinig tot niets accepteren!

3 x C of meer: Prima huishond, hoge bijtdrempel.
De hond uit deze categorie is een prima huishond, hij / zij is niet moeilijk in de omgang en zal makkelijk
leiding accepteren. Van belang is dat deze hond te kwalificeren valt als gelijkmatig en stabiel. Blijft
overigens wel het feit dat ook deze hond een hond is en dus opvoeding nodig heeft. Wees ook hier
consequent en beloon gewenst gedrag. Probeer consequent ongewenst gedrag te negeren en u heeft
voor de rest van zijn leven een dankbare en trouwe hond. Omdat de hond geen energie hoeft te steken in
angst, onzekerheid of dominantie zal hij/zij alle aandacht geven aan bijvoorbeeld een clicker-training of
agility. Het plezier voor baas en hond zal groot zijn.

2 x D of meer en E: Huishond die veel positieve aandacht nodig heeft.
Deze hond kan als huishond goed opgroeien mits er voldoende aandacht aan hem/haar wordt besteed.
De hond zal waarschijnlijk neiging tot angst en onzekerheid vertonen. Om dit om te buigen moet de hond
zeker als pup zeer veel aangemoedigd worden en (overdreven) beloond worden. Straffen helpt deze hond
dus niet om evenwichtiger te worden. Het kan een prima huishond worden mits de kinderen weten hoe
ze met een hond moeten omgaan. Een goede oplossing kan zijn oudere kinderen (>12 jaar) een puppycursus
of basiscursus (GG) te laten doen. Ook hier is gewenst gedrag belonen en ongewenst gedrag
negeren noodzakelijk voor de opbouw van het zelfvertrouwen van de hond

2 x E of meer en D: Moeilijk te socialiseren, neiging naar angst.
Ook deze hond is eigenlijk niet geschikt in een huisgezin wanneer men niet volledig weet wat men doet.
De hond is slecht gesocialiseerd en kent vele angsten. Daardoor is de hond in eerste instantie
onberekenbaar en kan (in het nauw) uitvallen. Dit kan nog goed komen wanneer hij opgevoed wordt door
een kundige en ervaren hondeneigenaar. Om dit nog goed te krijgen moeten vaak bepaalde technieken
worden toegepast die enkel een gedragstherapeut kan uitwerken en toepassen.

shutterstock 519357004

TEST 1 TEST2 TEST3 TEST4
A-4 A-4 A-4 A-4
B-3 B-3 B-3 B-3
C-2 C-2 C-2 C-2
D-1 D-1 D-1 D-1
E-0 E-0 E-0 E-0

Een pup met een sociaal en aangenaam karakter scoort tussen de 10 en 15 punten.

Boven de 15 punten neigt de hond naar agressie.

Onder de 10 punten neigt de hond naar schuwheid.